Our hunting fathers
2007
Cultureel Centrum Schijndel (NB)
Installatie
september - oktober 2007
afmeting ruimte 8 x 8 m
patronen op de wand: rivierklei (2001-2007)
vloertapijt: gips 255x355 (2002-2007)
tekeningen: papier, potlood 150x235cm (2006 en 2007)
tafel: met bloed beschilderd hout, gipsen gietvormen (2000-2007)
lamp (Domesticus 1997) schildersdoek, licht (gloeilamp), metaal, nepfilm ø60x160cm
geprepareerde hond (2007)
geprepareerde duif in vitrine (2007)
gemummificeerde duif (Taublein 1997) in vitrine: japans papier, ets
tv: willekeurige programma's kleur
film: Natuur natuur! (3min. super8 op dvd in loop) (projectie)
idee en camera: Paul Bodoni (Zweden) (lost and found en bewerkt) (1983-2007)
In de ruimte is een verzameling voorwerpen samengebracht die allemaal te maken hebben met domesticatie. Letterlijk betekent dit woord 'tam maken'.
Niet alleen dieren worden door mensen getemd en tot een huisdier gemaakt.
Mensen temmen ook zichzelf en elkaar. Daar zijn wij vanaf het prille begin mee bezig en aan onderworpen: dat is onze ontwikkeling als beschaafd dier.
In welke fase van ons cultiveringproces we ons momenteel bevinden kunnen we afleiden aan de politieke, economische en wetenschappelijke omstandigheden en opvattingen in de wereld. Als we die afzetten tegen vroegere omstandigheden hebben we een aardig beeld van onze staat van domesticatie. De afwisselende veronderstellingen bij fysiek en psychologisch onderzoek over hoe brein en lichaam werken, geven een indicatie van de verschillen in mogelijkheden om onszelf wel of niet te kunnen vormen. Is de samenleving maakbaar? Of kunnen wij onszelf maar gedeeltelijk evolueren en blijft een deel van onszelf verborgen en onvoorspelbaar?
Hoe huiselijk zijn wij (nog)? De installatie pretendeert niet een antwoord te geven op bovenstaand verhaal. Het geeft een beeld van de artefacten waarmee wij ons omringen. Geen design deze keer, maar oervormen van huisraad waarvan de we betekenis zijn vergeten. Of misschien niet vergeten, maar we zijn er onachtzaam op geworden. Hoe kunstmatig is ons leven? Het besef dat natuur vlak onder onze huid ligt en dat we die zo nu en dan uit moeten leven is geïntegreerd in de sturende werking van de samenleving.
De patronen en decoratieve vormen op de wand en de vloer zijn materiële stugge vormen die we kennen als de luchtige decoratieve patronen op behang en tapijt.
De schemerlamp (Domesticus 1997) draait eindeloos zijn eigen filmpje af. Het is een gevonden voorwerp, omgevormd tot film met de lampenkap als projectiescherm en waarvan de poot zodanig is bewerkt dat het weer 'wild' is.
De tafel is gedekt. Maar het is een omgekeerde wereld. Het servies is het negatief van de bestaande vormen want het zijn mallen en vormen dus alleen de voorwaarde voor de kopjes en de borden.
Het tafelblad is mooi dieprood geschilderd met het bloed van een veel gegeten getemd dier. Het roofdier mens kan aanliggen en smullen.
De televisie zendt willekeurige programma's met flikkerende kleuren uit.
Van de film die op de wand geprojecteerd wordt, hoort u van tijd tot tijd de kreet: ''Natuur, natuur!'' Op de opgespoten vlakte van het Gein bij Abcoude (op de achtergrond het AMC in aanbouw), ziet u de man rondrennen, die zijn ongetemdheid wil uitleven.
De hond spreekt voor zichzelf.
Op de gang ligt in 2 vitrinekastjes een duifje. Het ene, Taublein (1997) is een mummie van een duifje.
Aan de wand hangen grote potloodtekeningen. Beide van ruime lege wijken, prototype van de moderne cultuur aan de rand van de stad: het huis (domus) van waaruit het temmen plaatsvindt en tegelijkertijd ondergaan wordt.